In dit hoofdstuk worden veelvoorkomende valkuilen beschreven waar we als therapeut bij imaginaire rescripting in kunnen trappen. De meest voorkomende valkuilen zijn dat we de oefening te cognitief en reflectief doen, waardoor de imaginatie onvoldoende emoties genereert, dat we de cliënten te snel en te veel aanspreken als de gezonde volwassene die ze lijken te zijn, dat we zelf te aarzelend zijn bij de rescripting, of dat we juist te perfectionistisch zijn bij de imaginatie. Voor iedere valkuil wordt beschreven hoe we daar het best mee kunnen omgaan. Bewuste aandacht voor het cognitief herstructureren van de oude valkuilen is dan een opmaat naar het bijsturen van je handelen zodat de imaginaire rescripting effectiever kan worden.