De moderne orale implantologie vindt haar oorsprong in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Op dat moment was er nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht en beschikte men over beperkt klinisch bewijs. Succesvolle gevallen werden gemeld, maar het resultaat was in het algemeen slecht. Toen het mogelijk werd titanium in het bot te integreren (osseo-integratie), was dat een grote stap in de evolutie naar de tegenwoordig toegepaste concepten. Osseo-integratie, de directe plaatsing van bot tegen een functioneel implantaat, bleek een bepalende factor in de prognose van orale implantaten. De jaren zeventig waren een periode van ontwikkelingen en onderzoek op empirische grondslag. Het implantaatontwerp en de chirurgische en prothetische behandelprotocollen werden aangepast. Langzaam verbeterden de klinische resultaten en verschenen er multicentrische onderzoeken met hoopgevende wetenschappelijke resultaten (De Bruyn et al., 2013).