In dit hoofdstuk wordt duidelijk wat verstandigheid (prudentia) voor de beroepshouding ten opzichte van patiënten betekent door in te gaan op een benadering die er, ongemerkt, bij een behandelaar kan insluipen: het betuttelen van de patiënt. Het is verstandig dit te voorkomen en dat zal beter lukken door kennis te nemen van de vormen van betuttelen die patiënten ervaren. Paragraaf 12.1 maakt duidelijk wat onder betuttelen wordt verstaan. Paragraaf 12.2 laat zien dat een betuttelende, belerende benadering ontstaat als de behandelaar geen rekening houdt met wat de patiënt al weet. Paragraaf 12.3 bespreekt het betuttelende effect van ‘te veel herhalen’. Paragraaf 12.4 bespreekt een betuttelende benadering die kan ontstaan doordat de behandelaar, door de eigen expertise in te brengen, de baas speelt over de patiënt. Paragraaf 12.5 gaat in op het betuttelen van de rokende patiënt. Paragraaf 12.6 sluit af met adviezen van mondhygiënisten en tandartsen, die kunnen helpen betutteling te voorkomen.