Voor een goed zicht bij het uitvoeren van tandheelkundige verrichtingen moet aan twee basisvereisten worden voldaan. Er moet een goede balans zijn tussen contrast en de hoeveelheid licht (nodig voor het werk) en details moeten goed waargenomen worden. Goed zien is geen continuüm, maar wijzigt bij het vorderen van de leeftijd. Bij een toenemende leeftijd en op momenten dat de kleinste details moeten worden waargenomen, komt het aan op goed zicht en ontstaat soms de behoefte aan vergroting van het beeld. Hulpmiddelen zijn niet altijd een uitkomst. Soms kleven er behalve onmiskenbare voordelen ook nadelen aan. Goed zien is een kwestie van maatwerk. Het feit dat het lichaam de kijklijn volgt maakt kennis voor de tandarts belangrijk, omdat dit snel tot een overbelaste werkhouding leidt. Dit hoofdstuk gaat specifiek in op visuele perceptie en gebruik van optisch vergrotende hulpmiddelen.