Schoots MJ, Honkoop PJ, Dunselman JHAM, Joziasse IC. Waar wil ‘de nieuwe huisarts’ zich vestigen? Huisarts Wet 2012;55(11):494-9.
ACHTERGROND
In sommige regio’s in Nederland kunnen huisartsen moeilijk een opvolger vinden. Een onderzoek onder reeds gevestigde huisartsen liet echter geen duidelijke regionale verschillen zien. Het zou kunnen helpen als men wist waar aankomende huisartsen zich het liefst vestigen en waar niet. Welke factoren beïnvloeden die keuze, en welke maatregelen zouden huisartsenin- spe kunnen overhalen zich toch in een minder populair gebieden te vestigen?
METHODE
Tussen oktober 2010 en februari 2011 hebben wij alle aios Huisartsgeneeskunde in Nederland in een online enquête gevraagd naar hun voorkeur qua vestigingsgebieden, naar de vijf voornaamste beweegredenen voor die keuze en de vijf meest plausibele factoren die daarin verandering zouden kunnen brengen. Wij vroegen ze ook naar hun waardering van een aantal maatregelen om huisartsen al tijdens hun opleiding naar impopulaire regio’s te laten trekken.
RESULTATEN
Ruim een kwart (26%) van de aios in Nederland vulde de enquête in. De regio’s Utrecht, Arnhem/Nijmegen, Gooi en Vechtstreek, Haarlem en de Veluwe waren het populairst, Delfzijl, Oost-Groningen, Zuidoost-Drenthe, Noord-Friesland en Midden- Limburg het minst populair. De belangrijkste beweegredenen waren werkgelegenheid voor de partner en nabijheid van vrienden en familie. De meest gewaardeerde stimulansen om zich toch in een impopulaire regio te vestigen, waren het opzetten van opleidingsdependances en facilitaire ondersteuning bij praktijkovername.
CONCLUSIE
Sommige regio’s in Nederland zijn bij aankomende huisartsen veel meer in trek dan andere. Regionale opleidingsdependances en financiële en facilitaire hulp bij praktijkovernames kunnen dreigende tekorten in de minder populaire regio’s helpen voorkomen.