Wanneer je met iemand in contact komt, is het onvermijdelijk dat je je een ‘eerste indruk’ van de ander vormt. Hij lijkt je bijvoorbeeld sympathiek, eigenwijs, wel aardig, onzeker, nerveus, afstandelijk of joviaal. Je realiseert je vaak niet dat het daarbij gaat om kwalificaties die je niet zintuiglijk kunt waarnemen, maar die je baseert op wat je aan de ander denkt te zien of uit zijn gedrag opmaakt. Het zijn interpretaties. Je reageert dus niet op de ander zoals die is, maar op basis van je eigen interpretaties. We interpreteren de werkelijkheid om ons heen, en we stemmen ons gedrag af op die interpretatie. Belangrijk is dat je leert om in de omgang met anderen je interpretatie als voorlopig te beschouwen, namelijk tot je de situatie voldoende hebt verkend om er zeker van te zijn dat jouw interpretatie juist is.