In dit hoofdstuk worden de verschillende aangeboren en verkregen afwijkingen van de groeiende wervelkolom beschreven. Het is belangrijk is om van al deze aandoeningen te begrijpen wat het beloop is zonder behandeling, het zogenoemde ‘natuurlijke beloop’. Kennis hiervan bepaalt het gekozen beleid; afwijkingen die stabiel blijven of zelfs verbeteren, kunnen worden geobserveerd, terwijl afwijkingen die snel verslechteren in een vroeg stadium moeten worden behandeld (afwachten kan dan de problematiek alleen doen toenemen). Sommige afwijkingen ontstaan al in de zwangerschap, andere ontwikkelen zich na de geboorte. Voor veel afwijkingen aan de rug geldt dat in de fase van snelle groei, meestal de groeispurt rond de puberteit, een vrij plotselinge verslechtering kan optreden. In deze periode moet dan ook frequenter worden gecontroleerd dan daarbuiten. De belangrijkste afwijkingen aan de wervelkolom zijn de kyfose (een verkromming in het sagittale vlak, een te bolle rug) en de scoliose (een driedimensionale afwijking die zich op de röntgenfoto vooral in het coronale vlak toont).