Een intacte gelaatshuid en een intacte mucosa in de mond zijn belangrijke verdedigingslinies. Wanneer deze doorbroken worden door een wond, een tandextractie of een operatieve ingreep, komt er een helingsproces op gang met een vaste volgorde. Na de bloedstelping volgt een fase van ontsteking, waarbij jong vaatrijk celrijk bindweefsel wordt gevormd. Vervolgens vormt de wond vanuit de randen nieuw slijmvlies, waarna de wond gaat samentrekken en een litteken achterlaat. Zowel plaatselijke als algemene factoren kunnen dit normale proces van wondheling in de mond verstoren en aanleiding geven tot een vertraagde, uitgestelde of onvolledige wondheling. Ook kan te veel littekenvorming plaatsvinden. Oorzaken van verstoorde wondheling die relevant zijn voor de tandheelkundige praktijk worden in dit hoofdstuk besproken.