Interventies zijn methoden en technieken die de hulpverlener of begeleider gebruikt om het gedrag van een cliënt of een groep te veranderen of beïnvloeden. De begeleider kan daartoe beschikken over een grote hoeveelheid methoden en technieken. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op het gebruik van indirecte en zijdelingse interventies (zoals het gebruik van metaforen en beeldspraak). Dit staat ook wel bekend als de zijdeurbenadering. We bespreken enkele methodische overwegingen bij de keuze voor deze benadering. De indirecte methoden van de zijdeurbenadering hebben onder meer tot doel weerstanden te omzeilen, om sneller tot de kern van het probleem te komen. Een andere reden om ze te gebruiken is dat ze vaak goed aansluiten bij groepen die niet sterk verbaal ingesteld zijn. Er komen voorbeelden van zijdeurinterventies aan bod: gebruik van verhalen, landkaart op de vloer, foto’s of associatiekaarten, geleide fantasie en visualisatie, tekenen of schilderen, rituelen, dramamethoden, labyrint en ganzenbord. We besluiten met het noemen van enkele indicaties en contra-indicaties.