De huid bestaat uit de epidermis (de opperhuid) en de dermis (de lederhuid). Onder de dermis ligt de subcutis (het onderhuidse bindweefsel). De ingewanden die in dit hoofdstuk aan de orde komen zijn spijsverteringsorganen, de ademhalingsorganen, het hart en de bloedvaten, het lymfatische systeem, de urine uitscheidende organen, de geslachtsorganen en de endocriene klieren. Tot het perifere zenuwstelsel behoren 12 paar hersenzenuwen en 31 paar ruggenmergszenuwen. De spinale zenuwen en de hersenzenuwen kunnen uit twee soorten vezels bestaan: somatische zenuwvezels voor de innervatie van de huid, de botten en de gewrichten en de spieren van het bewegingsapparaat en autonome zenuwvezels voor de innervatie van de ingewanden.