Het is niet bij alle patiënten gemakkelijk om tot een goede start van de therapie te komen, waarbij de patiënt zich geaccepteerd en begrepen voelt en beïnvloeding door de therapeut kan toelaten. Soms hebben patiënten een stijl van omgaan met anderen die het eerder beschreven proces van acceptatie, aansluiting, begrip en empathie in de weg staan. Deze omgangsstijl kan interfereren met de rol die de therapeut voor zichzelf en voor de patiënt weggelegd ziet. De patiënt vertrouwt de therapeut niet of laat zich voortdurend kritisch uit over de visies van de therapeut. Het is niet denkbeeldig dat therapeuten patiënten met een dergelijke omgangsstijl als weinig gemotiveerd gaan beschouwen en hen dit direct of indirect gaan verwijten, bijvoorbeeld door hun inzet ter sprake te brengen wanneer er weinig resultaat wordt geboekt. In dit hoofdstuk staan we stil bij de mogelijkheden om interactionele obstakels uit de weg te ruimen bij de behandeling van patiënten met een lastige omgangsstijl.