In dit hoofdstuk gaan we nader in op de cognitief-gedragstherapeutische behandeling van ARFID bij jongeren en volwassenen, en de concrete onderdelen hiervan. Cognitieve gedragstherapie (CGT) start altijd met een goede uitleg over de rationale achter de behandeling. Als de patiënt het idee achter de therapie begrijpt, zal hij/zij meer geneigd zijn de – soms moeilijke onderdelen – uit te voeren.
We gebruiken hierbij het model met ontstaans- en in stand houdende factoren voor het maken van een individuele casusconceptualisatie en bespreken samen met de patiënt (en eventueel diens ouders of een ander steunsysteem, zoals een partner) wat hierover al bekend is bij deze specifieke patiënt. De uitleg vindt plaats als een dialoog tussen therapeut en patiënt, en dient ter ondersteuning van de keuze voor de CGT-technieken (exposure en gedragsexperimenten, oefenen tussen de sessies door).
Verder beschrijven we hoe de verwachtingen van een patiënt in kaart gebracht kunnen worden en hoe deze gebruikt kunnen worden in de therapie. Ook beschrijven we hoe de verschillende CGT-technieken uitgevoerd kunnen worden, zoals exposure, gedragsexperimenten en het onderzoeken van gedachten.