De emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd biedt (beginnende) mogelijkheden om naast de technieken uit de gedragstherapie ook cognitieve technieken toe te passen, zoals het aanleren van helpende gedachten en gedrag en exposure. Dit vraagt om kennis over de ontwikkeling van kinderen, en creatieve en sensitieve vaardigheden van de therapeut om de gekozen technieken voortdurend af te stemmen op het kind. Onderliggende cognitieve, emotionele en gedragsprocessen kunnen interfereren met de ARFID-behandeling en vragen om een transdiagnostische benadering. Door hier extra aandacht aan te schenken kan een positieve bijdrage worden geleverd aan de behandeling. De groeiende autonomiebehoefte binnen deze leeftijdscategorie vraagt bovendien om zorgvuldige samenwerking tussen de therapeut, het kind en de ouders, waarbij ieder vanuit eigen perspectief en kennis een waardevolle bijdrage kan leveren. Cognitieve gedragstherapie is de eerste keus bij de behandeling van ARFID.