De afgelopen decennia is er een groeiende belangstelling voor het meten van werkbeleving, mede doordat dit een belangrijke voorspeller blijkt te zijn voor arbeidsverzuim. In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de psychometrische eigenschappen van een screeningslijst bestaande uit tien items, de Groninger Werkbeleving Screeningslijst (GWS). Deze eigenschappen zijn getoetst met behulp van een databestand van de afdeling Revalidatie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Dit bestand betreft een steekproef van 702 gezonde, werkende mensen met uiteenlopende werkzaamheden in verschillende arbeidssectoren. De dimensionaliteit is getoetst aan de hand van een principale componentenanalyse (PCA), waarbij de Cronbachs alfa’s voor de subschalen zijn bepaald, een maat voor de betrouwbaarheid. Een Mokken-schaalanalyse geeft eveneens informatie over de betrouwbaarheid. De convergente validiteit is getest door het berekenen van Pearsons correlaties tussen items en subschalen van de GWS en van de Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA). Een eerste aanzet voor het bepalen van de constructvaliditeit is gedaan door vast te stellen of mensen die in hun werk voornamelijk ‘handwerk’ verrichten een andere vorm van belasting rapporteren dan mensen die voornamelijk ‘hoofdwerk’ verrichten.
De factoranalyse resulteerde in een 4-factoroplossing, hetgeen aansluit bij de INTERMED-methode waarop de GWS onder andere is gebaseerd. De dimensies van de GWS blijken redelijk goed te correleren met de dimensies van de VBBA, hetgeen een aanwijzing is voor convergente validiteit.
De conclusie kan worden getrokken dat de GWS betrouwbaar is en dat er aanwijzingen zijn dat het wat betreft de constructvaliditeit een valide instrument betreft. Verder onderzoek dient zich te richten op de predictieve validiteit.