Het onderwijs in consultvoering is sinds enige tijd ter discussie. Bij de eerste landelijke evaluatie van de driejarige huisartsopleiding kon namelijk geen meetbaar effect worden vastgesteld van het onderwijs op de kwaliteit van consultvoering. De discussie lijkt zich toe te spitsen op drie aspecten: de docent, de methode van consultvoering en het meetinstrument voor consultvoeringsvaardigheden. Meer specifiek werd in dit tijdschrift de mening geopperd dat consultvoering binnen de huisartsopleiding uitsluitend van ervaren huisartsen en niet van gedragswetenschappers kan worden geleerd. Ook zou de huidige methode van consultvoering te weinig flexibel zijn en het gehanteerde meetinstrument (Maas-Globaal) mogelijk ongeschikt.
In dit artikel onderzoeken we de wetenschappelijke onderbouwing van deze meningen. We sluiten af met enkele onderzoekssuggesties over consultvoering voor een volgende landelijke evaluatie van de huisartsopleiding.