De anamnese gericht op de hoofdklacht (in Nederland speciële anamnese genoemd) heeft tot doel om de voornaamste klacht van de patiënt zodanig te verduidelijken dat de arts daarmee een gerichte eerste hypothese kan opstellen. Soms zijn er verschillende klachten die even belangrijk zijn voor de patiënt of die de arts in het gesprek opspoort. Dan moet elk van deze klachten of symptomen op dezelfde wijze worden behandeld, alsof het om de hoofdklacht gaat. Deze kunnen vervolgens naar belangrijkheid worden genummerd, wat het overzicht ten goede komt. Laat de patiënt bij de presentatie van zijn verhaal een aantal minuten rustig vertellen wat er aan de hand is. Stimuleer hem om verder te vertellen door te knikken en andere aanmoedigende reacties. Wacht met het stellen van gerichte vragen. Wees niet bang dat de patiënt te wijdlopig wordt en niet meer ophoudt, want dat komt vrijwel niet voor. Heb geduld. Noteer met enkele trefwoorden in het kort waar het om gaat en stel daarna pas specifiekere vragen om de hoofdklacht uit te diepen. Hierna volgt de verdere anamnese.