We gaan eerst in op de historische ontwikkeling van de arbeidsgeneeskunde omdat die onmisbaar is als achtergrond om het morele leerproces door de eeuwen heen in al zijn facetten te kunnen begrijpen. We staal stil bij het vroege kapitalisme en bespreken de visies van Karl Marx en Friedrich Engels over sociale rechtvaardigheid. Bij hen en andere pioniers van de sociale geneeskunde, onder wie de artsen Louis René Villermé, Edwin Chadwick en Rudolf Virchow, treffen we het eerste morele beginsel aan dat de arbeidsgeneeskunde tot een gerechtigheidsproject bij uitstek maakt: het aan het licht brengen, voorkómen of verminderen van sociaal lijden. Anders gezegd: de roeping dat de idealen van de arbeidsgeneeskunde een antwoord zijn op historisch ingrijpende ontwikkelingen. Het tweede beginsel is de verplichting tot het bevorderen van positieve gezondheid zoals het onder eigen regie op passende wijze omgaan met de lichamelijke, emotionele, sociale en morele uitdagingen van leven en werk. We bespreken begrippen als sociale rechtvaardigheid en de beginselen van verdienste en behoefte. De strijd tegen sociaal lijden is ook heden ten dage nog de roeping van de arts voor arbeid en gezondheid.