De stap Kunnen gaat over de mogelijkheid om handelingen of gedrag uit te voeren. De stap omvat vaardigheden en barrières. Bij vaardigheden gaat het niet alleen om handelingsvaardigheden, maar ook om plannings-, communicatie- en probleemoplossende vaardigheden. Soms is ook de stap Begrijpen nodig, bijvoorbeeld begrijpen waarom een handeling op een bepaalde manier uitgevoerd wordt. Ook de aanpak van mogelijke barrières komt aan bod. Interventies zijn: instructies geven, modeling en herhaling, rekening houdend met het leertempo en de leerstijl van de patiënt. Succeservaringen zijn van belang bij het leren. Daarom zorgt de zorgverlener voor haalbare stappen, afspraken op maat en positieve feedback bij het leren. Ook biedt de zorgverlener verschillende oefensituaties aan ten behoeve van transfer. De zorgverlener anticipeert op eventuele problemen die zich in het dagelijks leven kunnen voordoen, vraagt daarnaar en bespreekt samen met de patiënt hoe hij die zou kunnen oplossen.