Blanker MH, Prins J, Bohnen AM, Thomas S, Bosch JLHR. De waarde van het plasdagboek bij oudere mannen met plasklachten. Huisarts Wet 2003;46(5):243-7.
Doel Plasklachten komen veel voor bij oudere mannen.
Doorgaans wordt uitgegaan van een relatie tussen de plasklachten en benigne prostaatvergroting. Deze relatie is echter zwak. Er zijn aanwijzingen dat plasklachten bij mannen, evenals bij vrouwen, mede veroorzaakt worden door blaasfunctiestoornissen.
Wij onderzochten de determinanten van plasklachten bij oudere mannen en beschreven de referentiewaarden voor plasfrequentie en geplaste volumes.
Methoden Wij analyseerden de gegevens van 1688 deelnemers (tussen 50 en 78 jaar oud) van het dwarsdoorsnedenonderzoek van de Krimpen Studie. Gegevens over mictieklachten (vragenlijsten), prostaatgrootte (echografisch) en urinestroomsnelheid (uroflowmetrie) werden verzameld. Mictiefrequenties en geplaste volumes werden afgeleid van een driedaags plasdagboek.
Resultaten De 24-uurs plasfrequentie nam toe met de leeftijd doordat er 's nachts vaker werd geplast. Twee of meer nachtelijke micties werden gerapporteerd door 30 en 59% van de mannen van respectievelijk 50-54 en 70-78 jaar oud. De aanwezigheid van andere plasklachten en toegenomen nachtelijke urineproductie waren andere aan nycturie gerelateerde factoren.
De functionele blaascapaciteit (grootste geplaste volume in één mictie) nam af met de leeftijd en was sterk gerelateerd aan plasklachten. Plasklachten werden deels verklaard door leeftijd, verminderde stroomsnelheid, residu na mictie en verminderde blaascapaciteit, terwijl prostaatvergroting geen belangrijke rol speelde.
Conclusie Het plasdagboek levert betrouwbare gegevens over plasfrequenties en geplaste volumes. De gepresenteerde waarden kunnen worden gebruikt als referentiewaarden.
Blaascapaciteit is sterk gerelateerd aan plasklachten, terwijl prostaatvergroting dit niet blijkt te zijn.