Alvorens een apexresectie uit te voeren en een retrograde caviteit te prepareren en te vullen, moet via een flapincisie toegang worden gekregen tot de wortelpunt. Vandaag de dag wordt hiervoor door velen de voorkeur gegeven aan een intrasulculaire incisie, aangevuld met één of twee verticale ontspanningsincisies. We spreken dan van een triangulaire of rect angulaire flapincisie. Na de behandeling treedt soms na verloop van tijd een recessie op van de gingiva ter plekke, waardoor eventueel aanwezige kroonranden storend zichtbaar worden. Met een submarginale guirlandevormige incisie (de Luebke-Ochsenbeinincisie) of de zogenaamde ‘papilla base-incisie’ (een splitthickness flapincisie door de basis van de interdentale papil) zouden dergelijke recessies kunnen worden voorkomen.