Het maken van de vertaalslag van de resultaten van grote trials en onderzoeken naar de individuele casus in de spreekkamer is een steeds terugkerende uitdaging voor de huisarts.1 Stel: een man van 43 jaar meldt zich bij de huisarts in verband met aspecifieke pijnklachten op de borst die niet duidelijk zijn gerelateerd aan inspanning. Volgens de NHG-Standaard Angina Pectoris voldoet het klachtenpatroon niet aan de definitie van angina pectoris. De voorafkans dat er sprake is van een coronaire sclerose bedraagt 14% tot 46% afhankelijk van de gehanteerde definitie: 14% bij geen AP-pijn en 46% bij aspecifieke pijn.2 De NHG-Standaard helpt de kans op coronaire hartziekte in te schatten, maar er is niet uit af te leiden hoe in deze individuele casus op grond van die kansberekening tot adequaat beleid te komen is.