Deze oratietekst stelt aan de orde of psychotherapiepatiënten opknappen door specifieke behandeltechnieken of door zogenaamde common factors (zoals de kwaliteit van de werkrelatie). Specifieke behandeltechnieken ontlenen hun effect aan het feit dat ze aangrijpen op verstoorde cognitieve processen die aan psychische stoornissen ten grondslag liggen. De empirische evidentie en theoretische onderbouwing van specifieke behandeltechnieken zijn sterk. Ook de kwaliteit van de werkrelatie hangt consistent samen met het psychotherapieresultaat. Dat deze werkrelatie nodig is om individuele ontplooiing en zelfinzicht van patiënten te bevorderen, is niet zeker. Onderzoek naar sociale beïnvloeding en weerstand tegen verandering maakt aannemelijk dat een goede werkrelatie tot functie heeft patiënten in hun eigen veranderingsproces geïnvolveerd te laten raken. Patiënten moeten immers het zware werk doen. Juist op dit punt - patiënten bereid vinden om te veranderen - is het afwachten of kortere behandelingen in de generalistische ggz en eHealth-behandelingen niet tekort gaan schieten.