De organisatie van de Australian Open van 2014 kreeg kritiek voor het laten spelen van de tenniswedstrijden in intense hitte, met temperaturen in Melbourne van 42 °C op 13 januari. Deze piektemperatuur van 42 °C lag dicht bij het record voor januari in Melbourne van 45,6 °C, in 1936. De medische code van de Olympische Spelen zegt: ‘In elke sportdiscipline dienen minimale veiligheidsvoorschriften te worden geformuleerd en toegepast om de gezondheid van de deelnemers en het publiek te beschermen tijdens trainingen en wedstrijden. Afhankelijk van de sport en het wedstrijdniveau dienen specifieke maatregelen met betrekking tot de sportaccommodaties en veilige omgevingsomstandigheden te worden genomen.’
4 Alle belangrijke sportorganisaties volgen deze code en hebben maatregelen vastgelegd. Maar de Extreme Heat Policy (EHP) van het Australian Open wordt alleen toegepast na een beslissing van de scheidsrechter, en er werden slechts minimale maatregelen genomen om de spelers in Melbourne te beschermen.
Verscheidene prominente spelers, inclusief de Schot Andy Murray, riepen de organisatoren van de Australian Open op om hun besluit om spelers wedstrijden te laten spelen bij dergelijke temperaturen opnieuw in overweging te nemen, zonder succes. De Canadees Frank Dancevic viel flauw tijdens de tweede set van zijn wedstrijd in de eerste ronde tegen de Fransman Benoît Paire op een baan zonder schaduw, net als een ballenjongen. Het was zo heet dat de plastic waterfles van de Deense Caroline Wozniacki smolt en de Servische Jelena Janković brandde haar billen en hamstrings op een zitting van een onbeschermde stoel, en later viel ze tijdens haar gewonnen wedstrijd in de eerste ronde toen haar rubber schoenzool aan de baan bleef plakken. Maar toch gingen de wedstrijden door.