In H.
1 en
2 bespraken we de uitvalsverschijnselen door laesies in verschillende delen van het zenuwstelsel. Soms herstellen uitvalsverschijnselen weer gedeeltelijk (bijvoorbeeld na een herseninfarct), in andere gevallen zijn ze blijvend (na een traumatische dwarslaesie) of progressief (maligne hersentumor, ziekte van Parkinson). Uitvalsverschijnselen kunnen echter ook kortdurend zijn, variërend van minuten tot uren. Het bijzondere bij dit veelvoorkomende klinische probleem is dat je voor de diagnose van de aandoening die de uitvalsverschijnselen veroorzaakte,
geheel bent aangewezen op de anamnese. Op het moment dat je de patiënt ziet, zijn de symptomen bijna altijd al verdwenen en zijn er bij het neurologisch onderzoek geen afwijkingen meer te vinden.