In dit hoofdstuk wordt, aan de hand van een casus, het klinisch redeneerproces van de fysiotherapeut geschetst vanaf het moment dat de patiënt binnenkomt en de fysiotherapeut nog niet weet wat er aan de hand is. Het hoofdstuk start met algemene informatie over de epidemiologie van lage rugpijn, de risicofactoren en de prognose. Vervolgens wordt besproken wat er wetenschappelijk bekend is over de validiteit van de anamnese, het lichamelijk onderzoek, eventuele provocatietesten en beeldvormende diagnostiek in het valide diagnosticeren van subgroepen van patiënten met lage rugpijn. Aangezien dit het eerste van de acht hoofdstukken is, zijn een aantal begrippen iets uitgebreider beschreven in vergelijking met de volgende hoofdstukken.