Van Weel C. De huisarts van de toekomst. Huisarts Wet 2012;55(11):500-3.
Er is in het publieke debat momenteel een roep om de gezondheidszorg fundamenteel anders in te richten. De daarvoor aangevoerde redenen – financieringsproblemen, vergrijzing, medischtechnische innovatie en informatisering – geven echter een incompleet beeld. Ze versluieren de kernvraag: moet de geneeskunde zich richten op de ziekte(n) die de persoon heeft of op de persoon die de ziekte(n) heeft? De huisartsgeneeskunde beweegt zich van oudsher in dat spanningsveld: de behandeling van ziekten alléén is onvoldoende, gezondheidszorg moet ook persoonsgericht en bereikbaar zijn. Voor de volksgezondheid als geheel zijn deze twee kerncompetenties van de huisarts minstens even effectief als ziektespecifieke behandelingen. Voor een toekomstbestendige gezondheidszorg is een sterk geëquipeerde eerste lijn onontbeerlijk, die individuen en groepen ondersteunt om zo goed mogelijk zelf de regie te voeren over hun eigen ziekte en gezondheid: persoonsgerichte en wijkgerichte zorg heeft de toekomst.