In dit hoofdstuk worden voet- en teenafwijkingen op de kinderleeftijd besproken op basis van een tweedeling tussen de pasgeborene en het lopende kind. De incidentie van de meeste aangeboren standsafwijkingen van de voet afzonderlijk is ongeveer 1 á 2 per 1.000 geboorten. Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat deze lokale anomalie een uiting kan zijn van een groter, uitgebreider probleem. Zoals kenmerkend voor de gehele kinderorthopedie is hierbij sprake van een spectrum van aandoeningen die qua behandeling variëren tussen expectatief en actief, in de zin van redressie, spalken en/of operatief. Het uiteindelijke behandelresultaat zou in hoge mate op de functionele uitkomst gericht moeten zijn. Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van dit spectrum van aandoeningen met hun behandeling.