Een groot deel van de patiënten die worden gescreend en behandeld door klinisch psychologen gebruikt psychofarmaca. Dit artikel bespreekt de mogelijke bijdrage van de psychologische indicatiestelling aan het besluit om psychofarmaca voor te schrijven. Verschillende MMPI-2-profielen zijn, op basis van Stahls methodologie, hypothetisch verbonden met neuronale circuits. Screening met MMPI-2 lijkt te kunnen bijdragen aan het besluitvormingsproces voor combinatietherapie. De profielen van met name patiënten met angst- of stemmingsstoornissen en met een psychotische kwetsbaarheid zijn geanalyseerd in relatie tot de gerelateerde neurotransmitters en de medicatie die het betreffende hersencircuit beïnvloedt. Het model kan tevens inzicht geven in het effect van een combinatietherapie met medicatie en een psychologische interventie. Bovendien doet het suggesties voor het type psychofarmaca dat kan worden ingezet. Dit model is een eerste stap op dit gebied en dient verder in empirisch onderzoek te worden onderzocht.