Josh Harding was acht jaar lang keeper in de beste professionele ijshockeycompetitie van de wereld, de National Hockey League (NHL). Hij stopte in 2015, na zestig gewonnen wedstrijden in de NHL. Tijdens de warming-up van een wedstrijd voelde Harding iets trekken in zijn nek, gevolgd door duizeligheid, het zien van zwarte vlekken, en verlies van gevoel in zijn rechterbeen. In december 2012, net vóór het begin van het NHL-seizoen, werd duidelijk dat Harding multipele sclerose (MS) had, een ziekte die het centrale zenuwstelsel aanvalt en zorgt voor verlies van balans en coördinatie, onscherp zien, dehydratie, spierkrampen en spierzwakheid. Zijn team, de Minnesota Wild, werd op de hoogte gesteld en Harding maakte de diagnose later ook openbaar. Ondanks de uitdagingen die deze ziekte betekent voor een NHL-keeper, bleef Harding spelen, en dat deed hij een periode ook nog heel goed. Maar in 2014, werd hij na het spelen van twee perioden in de het minor-league team Iowa Wild, per ambulance naar het ziekenhuis vervoerd vanwege ernstige dehydratie, een vaak voorkomend effect van MS.
In zijn eerste volledige seizoen na de diagnose, speelde hij 29 wedstrijden met een record van 18-7-3, met gemiddeld 1,65 goals-tegen, en een percentage ‘reddingen’ van 0.933. Harding ontving de Bill Masterson Memorial Trophy vanwege zijn doorzettingsvermogen en toewijding aan zijn sport. Met de voor hem juiste combinatie van medicatie en een passend slaapschema werkt hij nu als coach van ijshockeykeepers op een middelbare school en is hij vader van drie jonge kinderen.