In dit hoofdstuk wordt nagegaan wat onder problematische gehechtheid wordt verstaan. Allereerst worden daarvoor de beschrijvingen uit de DSM-5 weergegeven en besproken vanuit de klinische praktijk. In de Richtlijn Problematische Gehechtheid (2020) wordt deze problematiek omschreven als ‘een verzamelterm voor allerlei emoties en gedragingen van jeugdigen waaruit blijkt dat zij geen emotionele veiligheid ontlenen aan de relatie met hun ouders of verzorgers’ (p. 16). Deze omschrijvingen zijn herkenbaar in de typering die in dit boek gebruikt is voor hechtingsgestoorde problematiek en relationeel gestoorde problematiek – het onderscheid dat ik gemaakt heb in geval van problematische gehechtheid. Er is ook onderzoek gedaan naar gehechtheidsproblemen en er zijn resultaten uit onderzoek te vermelden. In dit hoofdstuk worden die onderzoeken besproken; er wordt nagegaan hoe gehechtheidsproblematiek in de levensloop beschreven wordt en dit is vergeleken met de eigen interpretatie van problematische gehechtheid in de levensloop. De gedesorganiseerde gehechtheid wordt apart beschreven.