In dit hoofdstuk wordt beschreven waarom het belangrijk is om bij complexe problematiek aan het begin van de behandeling de verworven informatie in een overzichtelijk model onder te brengen, zodat op grond daarvan beredeneerde keuzes voor een behandelinterventie gemaakt kunnen worden. Er zijn binnen de cognitieve gedragstherapie verschillende modellen bekend waarin de samenhang tussen de psychische klachten, coping en de levensloop geordend wordt. Hier worden verschillende namen voor gebruikt: probleemsamenhang, holistische theorie of casusconceptualisatie. In dit hoofdstuk wordt een aantal van deze modellen beschreven en met een voorbeeld geïllustreerd; de holistische theorie vanuit de klassieke gedragstherapie, de cognitieve casusconceptualisatie volgens Beck, de cognitieve casusconceptualisatie volgens de schematherapie, het door Sprey beschreven SORC-model en een hybride model. Er wordt geen voorkeur voor een bepaald model uitgesproken, want daarvoor is onvoldoende wetenschappelijke evidentie. Benadrukt wordt wel dat het belangrijk is dat een behandelaar een van deze modellen gebruikt.