De ‘feces occult bloed test’ (FOBT) wordt in veel landen toegepast. De sensitiviteit ligt bij een eerste screening op 50 tot 70 procent, bij vervolgscreening op 40 tot 50 procent. De sensitiviteit wordt hoger als het screeningsinterval korter is, maar dan neemt de deelname af. De specificiteit is afhankelijk van de methode: bij rehydratie van het monster zakt de specificiteit van 98 naar 90 procent, dus vijfmaal meer vals-positieve uitslagen en indicaties voor scopie. Twee van de honderd personen met een positieve test hebben inderdaad darmkanker, dus maar liefst 98 procent van de positieve FOBT-uitslagen is vals-positief. Dit kan echter alleen worden aangetoond via scopie. De voorstadia, poliepen, worden niet met de FOBT opgespoord.Andere mogelijke screeningsmethoden zijn sigmoïdoscopie, coloscopie en virtuele coloscopie. De sensitiviteit van sigmoïdoscopie ligt rond 70 tot 80 procent. Door de opsporing van voorstadia neemt de incidentie van colonkanker af, maar de mortaliteitsreductie is nog onvoldoende duidelijk. Probleem is hier de deelnamegraad en het beslag op menskracht.Bij coloscopie is, afhankelijk van de ervaring van de onderzoeker, de sensitiviteit redelijk hoog (76 procent), maar de acceptatie is ook bij een screeningsinterval van tien jaar een probleem.De virtuele coloscopie, waarbij CT-scans worden bewerkt, verkeert nog in een experimenteel stadium en is veel duurder dan de eerdergenoemde onderzoeken. Daarmee gaat de kosteneffectiviteit achteruit. Bovendien vraagt de aanwezigheid van poliepen om een aanvullende coloscopie en resectie.