Optimaal bewustzijn wordt gekenmerkt door een wakkere toestand, gerichte aandacht en normaal cognitief functioneren. Een patiënt in coma heeft per definitie de ogen gesloten, voert geen opdrachten uit en spreekt niet. In die situatie moet met spoed een oorzaak worden gevonden. Coma kan veroorzaakt worden door beschadiging van hersenweefsel, hypoxie en door een metabole ontregeling dan wel intoxicatie. Ook kan coma het gevolg zijn van een inklemmingssyndroom. De prognose bij postanoxisch coma hangt af van de duur van de bewusteloosheid. Bij een coma zonder duidelijke oorzaak moet altijd gedacht worden aan de mogelijkheid van een non-convulsieve status epilepticus. Bij een delier is de aandacht voor en waarneming van de omgeving gestoord. Bij frontale letsels kan een toestand van ‘niet-willen’ optreden, abulie. Coma kan gevolgd worden door een vegetatieve toestand ofwel niet-responsief waaksyndroom waarbij er geen sprake is van contact van de patiënt met de omgeving. Hersendood is een diagnose die onder strikte voorwaarden kan worden gesteld en van belang is in het kader van een donorprocedure.