Dit hoofdstuk gaat in op de vraag hoe verpleegkundigen patiënten en naasten die minder gezondheidsvaardig zijn, kunnen ondersteunen opdat ook zij succesvol zelfmanagement kunnen realiseren (par.
10.1). In par.
10.2 wordt de definitie van gezondheidsvaardigheden uiteengezet, gevolgd door een bespreking van de relatie tussen lage gezondheidsvaardigheden en gezondheidsuitkomsten (par.
10.3). Vervolgens gaan we in op de vraag hoe er in gezondheidsinformatie rekening gehouden kan worden met lage gezondheidsvaardigheden (par.
10.4). In par.
10.5 komt aan de orde hoe je mensen met lage gezondheidsvaardigheden kunt herkennen en erkennen en hoe een persoonlijke benadering eruitziet. Het hoofdstuk sluit af met hulpmiddelen voor betere communicatie en geschikte leefstijlinterventies ter bevordering van zelfmanagement bij mensen met lage gezondheidsvaardigheden (par.
10.6).