Met de toenemende Europese integratie wordt het belang van de wet- en regelgeving van de Europese Unie steeds groter. Dit proces is begonnen in 1957, toen zes Europese landen, waaronder Nederland, de Verdragen van Rome tekenden waarin zij afspraken een gemeenschappelijke, uniforme, Europese markt te verwezenlijken. Goederen, diensten, personen en kapitaal zouden, niet gehinderd door nationale overheidsbelemmeringen, vrijelijk kunnen circuleren en er zou een regime van onvervalste mededinging heersen: de Europese Economische Gemeenschap (EEG). In het Verdrag van Maastricht (1992) werd de Europese Unie (EU) opgericht, waarvan de EEG (vanaf dat moment EG – Europese Gemeenschap – genoemd) deel uitmaakt. Daarmee heeft de EU haar doelstelling verbreed tot een politieke, sociale en economische gemeenschap.