Het steunweefsel van het kleine bekken heeft verscheidene, onderling totaal verschillende functies. De bekkenbodem moet steun geven aan de buikinhoud, en een betrouwbaar sluitmechanisme van blaas en rectum moet een efficiënte passage van de bekkenbodem mogelijk maken. Voorts moet de bekkenbodem bij de geboorte van een kind veilig gepasseerd kunnen worden, met maximale tijdelijke distensie. De anatomie van het kleine bekken toont de fraaie oplossingen die voor deze totaal verschillende taken zijn gevonden. Het diaphragma pelvis is deels een spiertrechter van de levator ani, de ‘levatorplaat’, bedekt met bindweefsel dat overgaat in schotten die onderling verschuifbaar zijn door vetweefsellamellen. Vooral de cervix is zeer stevig met de bekkenwand verbonden door de ligamenta sacrouterina en de ligamenta cardinalia, die vanwege hun onderlinge verwevenheid ook wel het sacrouterina-cardinalia-complex worden genoemd. De verbinding met de blaas is, evenals het parametrium, veel losmaziger en bevat een uitgebreide veneuze plexus.