Ieder jaar krijgen ongeveer 40.000 Nederlanders een beroerte (cerebrovasculair accident, CVA). De gevolgen zijn ernstig: beroertes staan tweede op de lijst van doodsoorzaken en derde op die van oorzaken van invaliditeit. Ze zijn verantwoordelijk voor 23 % van de sterfte door hart- en vaatziekten in Nederland, in vergelijking met 27 % door ischemische hartziekten, die een twee keer hogere incidentie hebben. De kans op overlijden door een beroerte neemt wel af, maar het absolute aantal patiënten dat een beroerte krijgt neemt tegelijkertijd toe, net als het aantal patiënten dat moet leven met de gevolgen van een beroerte. Bij 75 % van de patiënten met een beroerte betreft het een herseninfarct door afsluiting van een bloedvat. Bij de andere patiënten betreft het een intracerebrale (ongeveer 18 %) of een subarachnoïdale (7 %) bloeding. Minder vaak voorkomende cerebrovasculaire ziekten zijn trombose van een cerebrale veneuze sinus of corticale vene, globale ischemie door bijvoorbeeld een hartstilstand, hypertensieve encefalopathie en vasculaire aandoeningen van het ruggenmerg.