Beoordelen valt of staat met de kwaliteit van de beoordelaar. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van alle kwaliteiten die belangrijk zijn voor de beoordelaar, ook wel assessor genoemd. We gaan dieper in op wat de beoordelaar doet en op de afstemming tussen school en praktijk. De taken van de assessor zijn: het organiseren en beoordelen van examinering en het administreren van examenresultaten, zowel in de opleiding (school) als in de praktijk. We geven bruikbare handvatten om een beoordelingsgesprek goed te laten verlopen. Daarnaast beschrijven we hoe een beoordelingscyclus verloopt en welke gespreksvormen je daarbij kunt hanteren. En wat betekent een goede of een slechte beoordeling? De voorlaatste paragraaf gaat over de beoordeling van de student bij stand-aloneleren, over beoordelaarsfouten en bijbehorende adviezen om een goede beoordelaar te worden. Tot slot zijn er tips voor een goede afronding en einde van de stage.