In elke therapeutische oriëntatie wordt de supervisant, tijdens supervisie, op verschillende manieren tot zelfreflectie uitgenodigd. Dit hoofdstuk beschrijft procesbevorderende oefeningen die een supervisor kan gebruiken wanneer het reflectieproces stokt of een andere invalshoek nodig heeft. Vanuit de experiëntiële en de cognitief-gedragstherapeutische oriëntatie wordt een aantal procesbevorderende methodieken besproken die gehanteerd kunnen worden. De auteurs lichten toe hoe procesbevorderende oefeningen aangewend worden binnen het ontwikkelingsgerichte, het restauratieve en het evaluatieve aspect van supervisie. Concreet wordt beschreven hoe socratische dialoog, metaforen, rollenspel en creatief materiaal ingezet worden tijdens supervisie.