Door demografische ontwikkelingen zullen huisartsen steeds vaker geconfronteerd worden met patiënten met een donker huidtype. Om deze patiënten adequaat te kunnen diagnosticeren en behandelen is kennis nodig van fysiologische pigmentatiepatronen, rasgebonden pigmentafwijkingen en rasgebonden expressie van veelvoorkomende huidaandoeningen.
Tot de fysiologische pigmentatiepatronen van de donkere huid behoren de lijnen van Voigt, hyperpigmentaties op de strekzijden van gewrichten, pigmentatie van de nagels, periorbitale hyperpigmentatie, de linea nigra, pigmentvlekken van het mondslijmvlies, pigmentaties van handpalmen en voetzolen, en de mongolenvlek. Tot de rasgebonden pigmentaandoeningen worden onder meer gerekend de naevus van Ota, de naevus van Ito, ashy dermatose, dermatosis papulosa nigra en postinflammatoire hyper- en hypopigmentatie.
Doordat de gepigmenteerde huid een andere structuur en functie heeft, zullen veelvoorkomende huidaandoeningen zich bij donkere mensen anders manifesteren dan bij blanken en kunnen er diagnostische moeilijkheden optreden. Erytheem bijvoorbeeld komt bij donkere mensen zelden voor, en blaasjes en blaren komen moeilijker tot ontwikkeling.
Er zijn diverse huidaandoeningen die specifiek zijn voor de gepigmenteerde huid, vooral van de haarfollikels en de haren. De wens om een lichtere huidskleur te krijgen leidt tot het gebruik van blekende middelen, die bij langdurig gebruik aanleiding kunnen geven tot pigmentverlies (leucoderma) en ochronose.
Omdat pigmentatie voor vele niet-westerse patiënten een belangrijk onderdeel is van hun identiteit, kunnen ook schijnbaar triviale en voor het westerse oog nauwelijks waarneembare afwijkingen aanleiding vormen tot een medische hulpvraag.