Mensen gaan verschillend met ziekte en verlies om. Door de verschillen te herkennen en te begrijpen, kan de verpleegkundige ondersteuning op maat bieden. Ziekte stelt mensen voor nieuwe taken. Levenservaringen en gezondheidsvaardigheden bepalen hoe ze hiermee omgaan. Voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden is het lastig gezondheidsinformatie te begrijpen en te bespreken. Hun zelfmanagement is daarom vaak minder adequaat. Bij gezondheidsproblemen zoeken mensen een nieuw evenwicht. Dat vraagt om adaptieve opgaven. Dit proces heet coping. Coping wordt onderscheiden in actieve, passieve, probleemgerichte en emotiegerichte coping. Mensen beschikken daarbij over verschillende strategieën. Meestal levert probleemgerichte, actieve coping het meeste op. Denkpatronen kunnen adequate coping belemmeren. De Rationeel-Emotieve Therapie (RET) is een techniek om belemmerende denkgewoonten te bespreken en te helpen vervangen door zinvollere gedachten. Soms zijn nieuwe vaardigheden nodig. Denkers en doeners leren die op een eigen manier. Ziekte en verlies leiden tot verdriet en rouw met verschillende rouwtaken.