Oude onaangepaste schema’s zijn herinneringen, emoties, lichamelijke gewaarwordingen en cognities die verband houden met de destructieve aspecten van de ervaringen van het individu in de kindertijd, die patronen hebben gevormd die zich het gehele leven herhalen. De centrale thema’s zijn voor karakterologische en meer gezonde patiënten dezelfde: het zijn thema’s als verlating, misbruik, emotionele verwaarlozing, tekortschieten en onderwerping. Karakterologische patiënten hebben soms
meer
schema’s en hun schema’s kunnen
ernstiger
zijn, maar zij hebben in het algemeen geen
andere
schema’s. Het is niet de aanwezigheid van schema’s waarin karakterologische patiënten zich onderscheiden van gezondere patiënten, het zijn veeleer de extreme coping-stijlen die zij hanteren om met deze schema’s om te gaan en de modi waarin deze coping-stijlen uitkristalliseren.