Het gebied taal van het TOPOI-model verwijst naar de verbale en non-verbale taal waarmee mensen zich uitdrukken. Taal is het voertuig van de communicatie. Met hun taal geven personen en groepen uitdrukking aan hun identiteit – aan wie ze zijn – en aan hun betekenisgeving en waardering van de hen omringende werkelijkheid. Taal ordent en structureert de werkelijkheid. Van jongs af aan leert een kind via de taal zijn omgeving kennen, ordenen en waarderen. De zo aangeleerde kennis, ordening en waardering zijn cultureel bepaald en daarmee ook de taal. In de gespreksvoering kunnen zich misverstanden voordoen naar aanleiding van diverse verschillen in de taal en het taalgebruik. In dit hoofdstuk komen de belangrijkste verschillen aan de orde die zich in de communicatie kunnen voordoen, zowel in de uitdrukkingswijze als in de interpretatie van verbale en non-verbale taal.