De basale verstoring is het gebrek aan zelfbesef of verwarring over het zelf. Er kan sprake zijn van annihilatieangst, of van de angst uit elkaar te vallen. Iemand kan een gebrek aan eenheid van het zelf ervaren; dan is er sprake van een gefragmenteerde zelfbeleving of een verstoring in de zelfafgrenzing, waarbij het onduidelijk is wat bij iemand zelf hoort en wat bij de ander hoort. Er kunnen eveneens verstoringen ontstaan in het zelfgevoel of de zelfbeleving. Zo kan iemand zich heel klein, nietig en onbeduidend voelen of juist heel groot en belangrijk. Er kunnen eveneens problemen in het zelfconcept, waarbij iemand niet weet wat bij hem past en wat niet, en een gebrek aan zelfwaardering ontstaan. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft is disfunctioneel als er sprake is van een disbalans tussen gezonde/positieve en verstoorde/negatieve aspecten waardoor het functioneren wordt belemmerd. Zelfbeeldproblematiek is een transdiagnostische factor en komt voor bij verschillende psychiatrische stoornissen.