In dit hoofdstuk bespreken we de mogelijkheden en beperkingen van de therapeutische relatie bij de behandeling van (vroegkinderlijk) trauma bij persoonlijkheidsproblematiek. In de manier waarop de cliënt de therapeutische relatie aangaat, zal zich zijn problematiek herhalen. De therapeutische relatie kan zowel faciliterend werken, wat beoogd wordt door behandelaar en cliënt, maar kan ook een frustrerend en belemmerend effect op de behandeling hebben. Dat wordt niet alleen bepaald door de overdracht van de cliënt op de behandelaar, maar ook door de tegenoverdracht van de behandelaar op de cliënt. Het werken met cliënten met vroegkinderlijke traumatisering is soms emotioneel belastend. Dit kan leiden tot verschillende soorten problemen. Er worden verschillende functies en aspecten van de therapeutische relatie besproken: de voorwaardenscheppende functie, een constructivistische functie, omgaan met de problematische overdracht en omgaan met de belasting van de behandelaar. Het hoofdstuk wordt afgesloten met valkuilen voor de behandelaar per persoonlijkheidsstoornis.