Dit hoofdstuk beschrijft de organisatie van palliatieve zorg en ontwikkelingen daarin. In de tweede helft van de vorige eeuw is in Nederland vooral gediscussieerd over euthanasie totdat die wettelijk werd geregeld. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw ontstond meer oog voor palliatieve zorg als verbetering van de kwaliteit van leven. De overheid faciliteerde kenniscentra en kennisnetwerken. Palliatieve zorg wordt vooral thuis geboden, daarnaast is opname in een verpleeghuis, hospice of bijna-thuishuis mogelijk of een instelling biedt ondersteuning met een team palliatieve zorg. Palliatieve zorg moet snel wordt geboden met gewaarborgde continuïteit. Er is behoefte aan kennis over palliatieve zorg voor specifieke groepen zoals mensen met dementie, een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek. Palliatieve sedatie en de voorwaarden ervoor worden besproken. Financiering van palliatief-terminale zorg is een lappendeken van wetten, subsidies en eigen bijdragen.